Met mama en papa op tocht door Java

Bijna zes maanden na mijn vertrek uit België naar Indonesië kwamen mijn ouders op bezoek. Het was een fijn weerzien. Twee weken lang reisden we samen door Java.

Waterval Air Terjun Sri Gethuk – © Wouter Kesteloot

Eind oktober 2023 vertrek ik van België naar Indonesië samen met mijn Indonesisch lief. Na bijna zes maanden met veel videogesprekken komen mijn ouders bij ons op bezoek in het vierde meest bevolkte land ter wereld. Na een lange vlucht van Amsterdam naar Jakarta en vervolgens een kortere vlucht van Jakarta naar Semarang zie ik mijn mama en papa terug.

Warme ontvangst in dorp van mijn partner

Mijn ouders reizen twee weken lang door het eiland Java. Ze krijgen een goed gevuld programma om Indonesië te ontdekken. Het programma, samengesteld door mijn vriend, is een combinatie van natuur en cultuur in de provincies Centraal-Java, Yogyakarta en Oost-Java.

Op de eerste dag van de reis bezoeken mijn ouders het dorp van mijn partner, in de provincie Jawa Tengah of Centraal-Java, op één uur met de auto van de grote havenstad Semarang. Ze leren meteen de Indonesische gastvrijheid kennen. Ibu (Indonesisch voor mama), de moeder van mijn lief, maakt een lekker ontbijt en middagmaal klaar voor ons, speciaal aangepast voor mijn ouders: Niet pikant, veel vers lokaal fruit en zelfs deels westers eten.

Bapak (Indonesisch voor papa), de vader van mijn vriend, neemt ons mee naar zijn prachtige landbouwgronden. We wandelen langs rubberbomen, koffieplanten, kokosnootbomen, rijstvelden en mooie uitzichten in de natuur. De Indonesische natuur en landbouw is helemaal anders dan in België. Indonesië heeft een heel grote biodiversiteit, met na Brazilië de grootste diversiteit aan fauna en flora ter wereld. Landbouwers zoals bapak werken elke dag lange uren met hart en ziel in hun velden.

Op tocht door de landbouwgronden van bapak – © Wouter Kesteloot

Tempels, natuur en chocolade

Na het bezoek aan het dorp van mijn partner is het tijd voor meer toeristische activiteiten. We ontdekken de hindoeïstische en boeddhistische geschiedenis in verschillende tempels. Zo wandelen we rond de minder bekende hindoeïstische tempels van Gedong Songo in Sumowono: Een leuke beklimming in de natuur langs negen tempels uit de negende eeuw.

Op bezoek in Gedong Songo – © Wouter Kesteloot

Daarnaast gaan we ook naar de populaire en indrukwekkende tempels van Borobudur en Prambanan. Borobudur en Prambanan zijn allebei werelderfgoed van Unesco en lokken heel veel bezoekers. Voor de boeddhistische tempel van Borobudur in Magelang moeten we meer dan één uur wachten voor een rondleiding met een gids. Dit kan je vermijden door vooraf te reserveren. Bij het hindoeïstische tempelcomplex van Prambanan in Yogyakarta zijn er geen wachttijden en kunnen we gemakkelijk op eigen tempo de tempels ontdekken.

Het hindoeïstische tempelcomplex van Prambanan – © Wouter Kesteloot

In Yogyakarta geeft een interessante gids ons een rondleiding in het keraton, het paleis van de sultan. In het kraton is er een eeuwenlange geschiedenis en traditie die vandaag nog voortleeft met de huidige sultan Hamengkubuwono X. De tiende sultan heeft echter enkel dochters en geen zonen. Er is dus geen rechtstreekse mannelijke troonopvolger. De gids kan ons helaas niet vertellen wie de tiende sultan zal opvolgen.

Ten noorden van de stad Yogyakarta trekken we op avontuur in de natuur van Kaliurang. We wandelen samen met een gids een fijne tocht door het Tankaman Natural Park. Dit natuurgebied ligt op ongeveer zeven kilometer van de actieve vulkaan Gunung Merapi. Mijn ouders zijn fervente wandelaars in Europa en ontdekken nu ook de grote biodiversiteit in de Indonesische natuur. Onze gids vertelt dat veel natuur volledig verbrand was door de grote uitbarsting van Gunung Merapi in 2010 maar ondertussen is het park opnieuw snel gegroeid.

Wandeling in het Tankaman Natural Park – © Wouter Kesteloot

Het museum van Chocolate Monggo toont ons de geschiedenis en het productieproces van chocolade. Ik kom te weten dat de consumptie van chocolade in België véél groter is dan in Indonesië, terwijl Indonesië na Ivoorkust en Ghana de grootste producent van cacaobonen is. We kunnen ook binnenkijken in de fabriek. Chocolate Monggo werd opgericht door een Belg en is nu een bekend chocolademerk in Yogyakarta. De fabriek werkt intensief samen met lokale cacaoboeren. Na het bezoek smullen we uiteraard nog van lekkere chocolade.

Na chocolade gaan we op jacht naar souvenirs. In de bekende toeristische straat Jalan Malioboro zoekt mijn mama een mooie Indonesische outfit. Ibu, de moeder van mijn vriend, helpt mee met de zoektocht en na veel passen vindt mijn mama de geschikte kleren.

Santai di pantai

Na drie dagen in en rond de stad Yogyakarta rijden we naar het strand in het zuiden van de provincie Yogyakarta. Onderweg naar de kust stoppen we bij twee mooie plekjes in de natuur. We varen met een gids in een rubberbootje door de grot Goa Tanding en bewonderen daar de stalactieten en stalagmieten. Daarna frissen we ons op bij de waterval Sri Gethuk.

Met een rubberbootje door Goa Tanding – © Wouter Kesteloot

In de late namiddag arriveren we bij onze verblijfplaats vlakbij het strand van Indrayanti. Hier genieten we van een dagje santai di pantai of uitrusten aan het strand. Het strand van Indrayanti in Tepus is mooi, gezellig en ideaal voor wandelingen bij zonsopgang of zonsondergang. Het is rustig op een weekdag met behalve ons enkel Indonesische toeristen. In weekends en op feestdagen gaan veel Indonesiërs naar het strand en is het veel drukker.  

Het strand van Indrayanti – © Wouter Kesteloot

Met de nachttrein naar Malang

Onze volgende bestemming is de provincie Oost-Java of Jawa Timur. Op het eiland Java is er een goed treinnetwerk en dus nemen we de nachttrein naar Malang. De trein met de mooie naam Gajayana vertrekt om 1.31 uur in Yogyakarta en komt aan om 7.06 uur in Malang. Met dekentjes en genoeg beenruimte vind ik het een comfortabele rit en kan ik slapen in de trein.

Het treinstation van Yogyakarta – © Wouter Kesteloot

Vanuit het station van Malang brengt een taxi ons naar de verblijfplaats in de stad Batu. Zowel Malang als Batu zijn hoger gelegen en daardoor ook minder warm dan Yogyakarta. We verblijven één week in Batu om de natuur in Oost-Java te ontdekken.

Wandelen langs theeplantages

Op de dag na onze aankomst in Malang genieten we van een mooie wandeling van vier kilometer langs de theeplantages van Wonosari. Deze theefabriek ontstond in 1912 tijdens de Nederlandse koloniale tijd en is nu eigendom van de Indonesische staat. We zijn bijna helemaal alleen tijdens onze wandeltocht en klimmen van de grote theeplantages naar de heuvel Bukit Kuneer. Daar betalen we tickets van 10 000 Indonesische rupiah of 0,6 euro per persoon voor de toegang tot de heuvel. We krijgen als beloning een knap uitzicht op de plantages.

Wandeling langs de theeplantages van Wonosari- © Wouter Kesteloot

Zonsopgang in Bromo

Dé populairste toeristische bestemming in Oost-Java is het nationale park van Bromo Tengger Semeru met de idyllische vulkaan Gunung Bromo. Wij gaan ook op queeste naar deze trekpleister. We overnachten in het dorpje Tosari in de buurt van Bromo en maken ons klaar voor een vertrek om drie uur ’s ochtends.

Na een vroege wekker zijn we met een jeep onderweg naar een uitzichtpunt voor zonsopgang. Omwille van de drukte op zondag én een onverwachte activiteit van het leger komen we in een lange file terecht. Onze chauffeur parkeert de jeep langs de weg en we wandelen verder in het donker omhoog naar het uitzichtpunt, de heuvel Bukit King Kong. Deze heuvel staat vol met toeristen maar bij zonsopgang is het uitzicht op de krater van Bromo indrukwekkend.

Uitzicht op Gunung Bromo – © Wouter Kesteloot

Daarna brengt de jeep ons nog naar de krater van Bromo. We wandelen op het vulkanische zand langs de hindoeïstische tempel Pura Luhur Poten naar de top van de krater en genieten opnieuw van een prachtig landschap.

De krater van Gunung Bromo – © Wouter Kesteloot

Fotoshoot en een verfrissende waterval

Tijdens de laatste dagen van onze trip verkennen we verder Batu en Malang. Vlakbij onze verblijfplaats bezoeken we de Batu Flower Garden. In  het ticket voor de bloementuin is er een fotograaf inbegrepen die foto’s van ons maakt bij fotospots. Dit is typisch voor Indonesiërs die dol zijn op fotospots, om te posten op Instagram. We poseren tijdens de fotoshoot met een mooi landschap op de achtergrond en mogen achteraf de twintig beste foto’s uitkiezen.

Batu Flower Garden – © Wouter Kesteloot

Vervolgens wandelen we vanuit de Batu Flower Garden vier kilometer lang naar de waterval Air Terjun Coban Rais. Het is een prachtige wandeltocht met op de top een verfrissende waterval.

De waterval Air Terjun Coban Rais © Wouter Kesteloot

Regenboogwijk

De laatste volledige dag sluiten we af met een bezoek aan Malang. We gaan naar de regenboogwijk (Kampung Warna Warni) en de blauwe wijk (Kampung Biru) in de Oost-Javaanse stad. De huizen in de regenboogwijk zijn allemaal geverfd in verschillende kleuren en er zijn ook vele mooie muurschilderingen. De blauwe wijk bestaat uit allemaal blauw geverfde huizen, een verwijzing naar de voetbalclub van Malang die in blauwe kleuren speelt. De geverfde wijken zijn projecten ter opwaardering van de buurten en zorgt via toerisme voor inkomsten voor de bevolking.

De regenboogwijk (Kampung Warna Warni) in Malang – © Wouter Kesteloot

We eten nog een laatste keer lunch in een lekker Indonesisch restaurant in het centrum van Malang. De dag erna nemen we afscheid van mijn ouders en mijn ouders vliegen terug naar huis.  

Impressies van Indonesië

Voor mijn ouders is de reis van twee weken in Java een unieke ervaring. Tijdens hun bezoek merk ik een gezonde nieuwsgierigheid met veel vragen over het leven in Indonesië. De ontdekking van een andere cultuur met andere tradities zorgt ervoor dat mijn papa en mama Indonesië heel vaak vergelijken met België. Als afsluiter een overzicht van een aantal impressies die mijn ouders meenemen naar huis:

  • Indonesië is een prachtig land: De grootsheid van de natuur is enorm met tropisch woud, immense watervallen, bergen en vulkanen.
  • Indonesiërs zijn vriendelijke en gastvrije mensen die je spontaan begroeten.
  • Het eten is natuurlijk helemaal anders dan in België. Mijn ouders aten op twee weken nog nooit zoveel rijst. We moesten telkens vragen voor niet te pikant eten omdat mijn mama en papa dit niet kunnen eten. Maar mijn ouders genoten veel van de smaakvolle rijke Indonesische keuken en ook van het lekkere en ruime aanbod aan fruit.

Lekker tafelen in Bale Raos in Yogyakarta – © Wouter Kesteloot

  • Het leven is heel goedkoop voor Belgische toeristen. Je kan bijvoorbeeld op restaurant met vier personen heel goed eten voor 35 euro.
  • Het verkeer is ook totaal anders dan in België: Heel chaotisch met motorfietsen en auto’s door elkaar. Je ziet ook heel veel vervuiling in het verkeer. Er is weinig plaats voor fietsers of voetgangers. Met drie of vier personen of met kindjes op een motorfiets is normaal. Indonesiërs zijn niet gewend om ergens te voet of met de fiets naartoe te gaan. 

Het verkeer in Oost-Java – © Wouter Kesteloot

  • Taxi’s zijn normaal en goedkoop. Met handige apps kan je vlot taxi’s en eten bestellen.
  • Teenslippers zijn normaal schoeisel. Indonesiërs dragen zelfs teenslippers om met een auto of een motorfiets te rijden.
  • Overal zie je kleine vaak mobiele kraampjes en kleine winkeltjes.
  • Moskeeën zijn op Java overal aanwezig en je hoort vijf keer per dag de oproep tot gebed. Dit is soms storend voor niet-moslims.
  • Afval is helaas een verontrustend probleem. Er ligt veel plastic afval in de straten en in de natuur. Afvalophaling is niet vergelijkbaar met in België en recyclage gebeurt slechts uitzonderlijk.
  • De levensstandaard is helemaal anders. Huizen zijn eenvoudig ingericht en sanitair is meer basic tegenover wat als normaal wordt gezien in België. 

One response to “Met mama en papa op tocht door Java”

  1. wallewoef avatar
    wallewoef

    Heerlijk om op afstand mee te genieten van je kleurrijke beschrijvingen en mooie foto’s.

    Like

Leave a reply to wallewoef Cancel reply