Op ontdekking door de prachtige natuur van Noord Sumatra

Mijn eerste keer op het eiland Sumatra was een voltreffer. In Noord Sumatra genoten mijn vriend en ik van een trekking door de jungle, het spotten van orang-oetans, een vulkaan bij zonsondergang en heerlijk eten.

Het Gunung Leuser park – © Wouter Kesteloot

Nadat ik eerder al de eilanden Java, Bali en Lombok had bezocht in Indonesië, ga ik met mijn lief eind 2024 – begin 2025 voor de eerste keer naar het eiland Sumatra. Ook voor mijn Indonesische partner is het trouwens zijn eerste keer in Sumatra. Sumatra is het meest westelijk gelegen eiland van Indonesië en is het op vijf na grootste eiland ter wereld.

Wij trekken naar de provincie Noord Sumatra om daar de natuur te ontdekken. Op het einde van mijn verblijf keer ik tevreden terug met mooie herinneringen aan de prachtige omgeving.

Driedaagse trekking

Na één week in Centraal Java komen we twee dagen na kerstmis aan in de luchthaven van Kualanamu. Kualanamu is de luchthaven van Medan, de hoofdstad en grootste stad van de provincie Noord Sumatra.

Bij aankomst in de luchthaven pikt een chauffeur van de organisatie Sumatra Orangutan Explore ons op. In een autorit van een viertal uur brengt hij ons naar Bukit Lawang, aan de rand van het nationale park Gunung Leuser of in het Indonesisch Taman Nasional Gunung Leuser.

Het Gunung Leuser park – © Wouter Kesteloot

Rond acht uur ’s avonds komen we aan in Bukit Lawang. We krijgen een welkomstdrankje en een korte uitleg over de driedaagse trekking die morgen begint. Daarna is het tijd om uit te rusten voordat we starten aan ons avontuur door de natuur. 

Habitat van orang-oetans

Bukit Lawang is een toeristische trekpleister. Dit merken we meteen als we hier aankomen. In het pittoreske dorp aan de rivier zien we dan ook verschillende backpackreizigers. Toeristen komen naar hier voor het prachtige regenwoud waarin orang-oetans leven. Weliswaar is het hier – gelukkig – niet zo druk als in het meer toeristische Bali.

Een orang-oetang verborgen tussen de bomen – © Wouter Kesteloot

Belgen en Nederlanders zien de orang-oetan vooral in dierentuinen maar in Indonesië kan je de mensaap in het wild zien. De naam orang-oetan komt van de Indonesische taal en betekent mens van het bos. Orang is namelijk het Indonesische woord voor mens, terwijl hutan in het Indonesisch bos betekent. Er zijn drie soorten orang-oetans: de Borneose orang-oetan (Pongo pygmaeus) op het eiland Borneo of Kalimantan in Indonesië en Maleisië, de Sumatraanse orang-oetan (Pongo abelii) en de in 2017 ontdekte Tapanuli-orang-oetan (Pongo Tapanuliensis) vlakbij de plaats Tapanuli in Noord Sumatra.

Ontbossing

De laatste tientallen jaren is het aantal Indonesische orang-oetans in het wild helaas sterk verminderd, zowel op het eiland Sumatra als op het eiland Borneo. Dit komt door een combinatie van bosbranden, mijnbouw, illegale jacht en het verlies van de habitat. Een van de grootste boosdoeners is daarnaast palmolie: Grote stukken regenwoud worden gekapt en vervangen door palmolieplantages. Ook het park Gunung Leuser is het slachtoffer van ontbossing waardoor de populatie van orang-oetans nu veel minder is dan vroeger.

Volgens de IUCN (de internationale unie voor natuurbescherming)  zijn de populaties van alle drie soorten orang-oetans ernstig bedreigd. Er leven nog ongeveer 13.000 Sumatraanse orang-oetans op Sumatra, volgens de meest recente inschatting. Vlakbij Bukit Lawang vormt het Gunung Leuser park de belangrijkste habitat van deze orang-oetang. Daarnaast is de jungle ook het leefgebied van onder andere gibbons, makaken en neushoornvogels.

Je kan enkel het regenwoud betreden met een lokale gids. Verschillende toeristische organisaties bieden een trekking in de jungle van Bukit Lawang aan. Meestal gebruiken ze de orang-oetan als dé topaffiche van de trekking. Je hebt de keuze tussen verschillende opties: van drie uur, één dag tot zelfs vijf dagen. Wij kiezen voor een trekking van drie dagen.

Omhoog en omlaag

Goed uitgeslapen maken we ons op de eerste dag klaar voor onze trekking. We gaan op tocht in een groep van zes personen met twee Indonesische gidsen. Behalve ons is er een Nederlands en een Canadees koppel in onze groep.  

Dichtbij het dorp zien we direct de eerste orang-oetans en makaken. Het is meteen duidelijk dat de dieren vlakbij het dorp gewend zijn aan toeristen. Vervolgens gaan we in het nationale park. In de jungle klauteren we veel omhoog en omlaag door leuke natuurpadjes. Je hebt dus wel een goede conditie nodig voor de trekking.

Gaandeweg zien we orang-oetans door de bomen slingeren, prachtig om te zien. Veel toeristen maken meteen vele filmpjes en foto’s en komen dichtbij de orang-oetans. Ik blijf liever wat meer op afstand en maak niet te veel video’s en foto’s.

Een orang-oetang in de jungle van Bukit Lawang – © Wouter Kesteloot

Genieten van biodiversiteit

Ik heb een dubbel gevoel: Orang-oetans hebben dit toerisme nodig om te overleven maar het lijkt me ook niet fijn voor hen om voortdurend gefotografeerd en gefilmd te worden door groepen toeristen. Gelukkig hanteren onze gidsen van Sumatra Orangutan Explore strikte ethische regels om de orang-oetans te beschermen.

Voorbeelden van de regels zijn: Er zijn enkel gecertificeerde gidsen, de groepen bestaan uit maximaal zes deelnemers, we moeten op een afstand van tien meter van de dieren blijven en niet langer dan een kwartier hen observeren en we mogen geen afval achterlaten. Uiteraard moeten de deelnemers aan de trekking de regels wel volgen. Vaak komen toeristen dichter bij de orang-oetans en moeten de gidsen hen op het matje roepen.

De uitgestrekte natuur in het Gunung Leuser park – © Wouter Kesteloot

Behalve van het kijken naar de dieren geniet ik tijdens de wandeling vooral van de prachtige biodiversiteit in de Indonesische jungle, ver weg van het drukke stedelijke leven. Geweldig om zo midden in de ongerepte natuur te wandelen!

Lunch op bananenbladeren

We eten lunch in de natuur. Het is heel lekker, zoals steeds in Indonesië. Onze vriendelijke gidsen geven ons Nasi Goreng (gebakken rijst) en lokaal fruit zoals papaja, mangosteen, salak, bananen en watermeloen. Veel buitenlanders kunnen tijdens de trekking dus onbekend Indonesisch fruit leren kennen. Ik ken dit fruit al omdat ik tijdens mijn verblijf van negen maanden in Indonesië tevoren veel smulde van de Indonesische keuken. Het eten wordt op bananenbladeren geserveerd zodat er geen afval in de natuur terechtkomt.

Fruit tijdens de trekking in de jungle van Bukit Lawang- © Wouter Kesteloot

Rond vier uur ’s middags komen we aan bij onze slaapplaats aan de rivier, een geweldige locatie. We frissen ons op in de rivier. Daarna smullen we van snacks en van een heel lekker en gevarieerd avondeten. Later begint het te regenen, een dagelijks fenomeen in het regenwoud. We gaan al vroeg slapen in onze tent na een vermoeiende maar deugddoende dag.

Vallen en opstaan

De tweede dag beleven we opnieuw een mooie tocht met een gigantische orang-oetan en een vinnige snelle gibbon. Ik word nat nadat ik uitglijd over een glibberige steen. Vallen en opstaan hoort nu eenmaal bij een trekking door het regenwoud.

Trektocht in de jungle van Bukit Lawang- © Wouter Kesteloot

Vroeger dan op de eerste dag arriveren we bij onze slaapplaats, deze keer bij een wilde rivier. Voor onze vier medereizigers en één van de gidsen zit de trekking er op. Mijn lief en ik frissen ons terug op in het water en genieten opnieuw van een lekker diner.

Apotheose op de laatste dag

De derde en laatste dag is ook de kortste etappe van de trekking. Evenwel blijkt het de meest succesvolle dag. Plotseling vliegt een neushoornvogel (hornbill in het Engels) snel boven ons, tussen de bomen. Geweldig! Vervolgens zien we een groep zwarte gibbons. De gibbons zwieren in de bomen en volgen ons. Van heel ver komen ze steeds dichterbij. We maken op deze laatste dag ook bijna geen foto’s en video’s, dat is eigenlijk de beste manier om volop te genieten van de trekking. Alleen willen we natuurlijk wel beeldmateriaal als herinnering.  

Een makaak in het Gunung Leuser Park – © Wouter Kesteloot

Na een snelle lunch met mie goreng (noedels)enei en opnieuw heel wat fruit keren we terug naar de bewoonde wereld. De terugtocht gaat snel. We raften op de rivier in een tiental minuten terug naar Bukit Lawang. Echt een leuke en verfrissende afsluiter van de trekking! De rest van de dag rusten we uit na ons mooi avontuur.

Beklimming bij zonsopgang

De dag erna is het 31 december. Op de laatste dag van 2024 gaan we van Bukit Lawang naar onze volgende bestemming, de stad Berastagi. We zijn een viertal uur onderweg met onze chauffeur. Berastagi is hoger gelegen, op ongeveer 1300 meter boven zeeniveau. Hierdoor is het er een stuk kouder dan in Bukit Lawang, een welgekomen afkoeling. Berastagi is een belangrijke vruchtbare fruitproducerende regio die veel fruit levert voor Jakarta.

Op nieuwjaarsdag hebben we een goed gevulde dagtocht in Berastagi. Onze wekker wekt ons om vier uur ’s ochtends. We gaan bij zonsopgang naar de top van de Sibayak vulkaan of Gunung Sibayak. Onze chauffeur rijdt over een heel kapotte weg met veel bulten. Dit komt door een aardverschuiving één dag of een paar dagen tevoren als gevolg van hevige regen. Aardverschuivingen en extreem weer komen namelijk regelmatig voor in Indonesië. Na een uitdagende rit in het donker arriveren we gelukkig veilig bij het beginpunt waarvan we de beklimming starten.

In het donker klimmen we met koplampen één uur lang naar de top. Net vóór zonsopgang bereiken we de top op 2181 meter. Na even wachten verschijnt de zon en genieten we van het heel mooie uitzicht.

De vulkaan Sibayak bij zonsopgang – © Wouter Kesteloot

Zwavelgeur

De beklimming van de vulkaan is populair bij lokale Indonesiërs maar ik ben ongeveer de enige buitenlander of bule. Dit is het tegenovergestelde van tijdens de trekking in de jungle: Toen waren alle toeristen buitenlanders, gegidst door lokale Indonesiërs.

De vulkaan Sibayak bij zonsopgang – © Wouter Kesteloot

Veel Indonesiërs bereiken de top van de vulkaan al de avond tevoren en slapen in een tent bij de top. Bij zonsopgang is elke Indonesiër op zoek naar de perfecte selfie voor op Instagram. Tijdens de afdaling ruiken we de indringende zwavelgeur van de vulkaan. Na de vroege ochtendwandeling rusten we uit in de lager gelegen vulkanische warmwaterbronnen. Vervolgens bezoeken we de Sikulikap-waterval.

De waterval Sikulikap – © Wouter Kesteloot

Religieus divers

Na de natuur maken we kennis met de cultuur in Berastagi. Één administratief niveau lager dan een provincie wordt in Indonesië kabupaten genoemd. Berastagi is gelegen in de kabupaten Karo met ongeveer 412 duizend inwoners. Karo is een religieus diverse regio. De meerderheid hier is protestant, anders dan in Indonesië, het eiland Sumatra of de provincie Noord-Sumatra waar de meerderheid moslim is.

Er zijn verschillende strekkingen protestanten. De grootste strekking is de evangelische lutherse kerk van de Batakse etnische groep, in Indonesië gekend als HKBP Nommensen, genoemd naar de missionaris die de religie in de regio verspreidde. Tijdens onze dagtocht door Berastagi zien we veel protestante kerken van deze strekking.

De gouden boeddhistische tempel in de Lumbini Garden – © Wouter Kesteloot

We bezoeken echter tijdens onze dagtocht geen protestante kerk maar maken kennis met andere religieuze gebouwen. Eerst gaan we naar een gouden boeddhistische tempel in de Lumbini Garden. Het is een tempel in een rustgevende omgeving. Deze tempel is een replica van de Shwedagon pagoda in Yangon in Myanmar. Vervolgens gaan we naar een lokale katholieke kerk van de franciscanen, de orde van Sint-Franciscus van Assisi. De kerk “St. Fransiskus Asisi” heeft een traditionele lokale architectuur.

We eindigen de dag bij de fruitmarkt van Berastagi waar we nog fruit kopen om van te smullen. De dag na de leuke goed gevulde dag vliegen we vanuit Medan naar de hoofdstad Jakarta waar we nog enkele dagen verblijven. Ik keer opnieuw terug naar het verre België waar ik met heimwee blijf denken aan de mooie natuur in Sumatra.

De kerk St. Fransiskus Asisi in Berastagi – © Wouter Kesteloot

Onvergetelijke ervaring

Als natuurliefhebber is Noord Sumatra zeker een onvergetelijke ervaring. Je kan genieten van prachtige biodiversiteit in het regenwoud van Gunung Leuser, orang-oetans en andere dieren in het wild bewonderen en de vulkaan Sibayak beklimmen. Daarnaast zijn er nog andere mooie natuurplekjes die we niet bezochten, zoals het meer van Toba.

Volgens mij is Noord Sumatra bovendien (nog) niet té toeristisch waardoor je niet te veel tussen de drukte zit. Ook al hebben ontbossing en andere milieuproblemen een negatieve impact op de natuur, gelukkig blijft er nog prachtige biodiversiteit over om te bewonderen. Hopelijk kunnen Indonesische en buitenlandse toeristen nog lang genieten van deze natuur. 

Leave a comment